‘Jong dankzij jullie donker volkoren’

Hij scheurt de bocht om, trapt hard op zijn rem en springt zonder enige moeite en met de vitaliteit van een jonge gazelle pal voor de bakkerij van zijn fiets. Nou hebben gazelles over het algemeen geen fiets en is dit in werkelijkheid ook geen antilope maar ‘gewoon’ een meneer van dik in de 90.

‘Jong dankzij jullie donker volkoren’
Ik denk dat het onze oudste, en zeker ook onze trouwste, klant is. Al sinds 1947, vanaf de dag dat onze bakkerij haar deuren opende, maakt hij wekelijks zijn entree om bij ons zijn brood en banket te kopen. Tijdens de feestdagen bestelt hij extra, voor zijn zoon die in het buitenland woont en die net als zijn vader verknocht is aan onze feestbroden. Onze trouwe fan kan er helaas niet altijd persoonlijk heen om alles af te leveren, maar zendt in dat geval de geliefde producten gewoon in hun eentje per vliegtuig.

Klanten zijn er in alle vormen en maten. Je hebt de vrouw die altijd vraagt hoe het met jou gaat. De vrouw die altijd steen en been klaagt. Is het niet over het weer dan wel over haar hond of haar enkelsokken die steeds naar beneden glijden in haar kekke gympen, waardoor ze met blaren kampt. De man die de grootste flirt op aarde is, en de man die altijd boos lijkt, maar stiekem een heel klein hartje heeft. Het buurjongetje van verderop die glunderend de winkel binnenstormt met zijn tas in zijn ene en zijn boodschappenlijstje in zijn andere hand geklemd. Zo trots als een aap dat hij dit keer helemaal alleen broodjes mag halen.

Alle klanten zijn op hun eigen unieke manier heel bijzonder, want ze nemen allemaal speciaal de moeite om naar jouw winkel te komen. Of dat nou is omdat jij nou eenmaal het lekkerste brood en banket maakt, je winkeldames heel erg leuk zijn of het bij jou voelt als thuiskomen, dat maakt niet uit – ze komen.

‘Gewoon’ een meneer van dik in de 90. Ik plaats het woord gewoon niet voor niets tussen aanhalingstekens. Zo gewoon is het namelijk niet. Want 90 is best oud en onze meest trouwe fan heeft al heel wat voor zijn kiezen gekregen. Toch is hij altijd positief. En ik denk dat dat precies de reden is waardoor hij nu nog zoveel kan en doet. Hij is nooit achter de geraniums gaan zitten en heeft zijn hoofd ondanks alles nooit laten hangen. Gaf zichzelf altijd een schop onder zijn kont.

Als ik mijn bewondering hierover naar hem uitspreek, geeft hij aan het niet met me eens te zijn. ‘Nee hoor Lex’, zegt hij, ‘de enige reden dat ik zo jong blijf, is door jullie donker volkoren!’

Een man met de vitaliteit van een jonge gazelle, maar vooral met een flinke rand van goud